Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En [1]te dienzelfden dage zult [2]gij zeggen: Ik dank U, HEERE! [3]dat Gij toornig op mij geweest zijt, [maar] Uw toorn is afgekeerd, en Gij troost mij. 1. Te weten ten tijde van het rijk van Christus, gelijk het Evangelie in de ganse wereld zal gepredikt worden. 2. Te weten gij mijn uitverkoren volk, gij Christengelovigen. 3. Dat Gij, die op ons toornig waart, uw toorn hebt laten vallen. Alzo staat er Rom.6:17: Gode zij dank, dat gij [wel] dienstknechten der zonde waart, enz. Anders: dat Gij toornig op mij geweest zijnde, uwen toorn zich afgewend heeft, en dat Gij mij troost.